Km-heffing is géén
oplossing
Een moreel appèl.
Deze tijd van milieu- en
economische crises laat zien dat fundamentele heroriëntatie van ons menselijk
gedrag noodzakelijk is.
Mijn hartenkreet is dat we
ons moeten bezinnen op het autogebruik.
De auto is wereldwijd
uitgegroeid tot een grote pestilentie voor mens en milieu.
Overal staat het vol met
blikken monsters, geparkeerd langs de weg en in eindeloze files op de weg. Het
straatbeeld van steden en dorpen wordt gedomineerd door auto’s. Dat geldt voor
Nederland, maar evenzeer, misschien nog sterker zelfs, voor de meeste andere
landen. Geen land, behoudens misschien Antarctica, of het lijdt aan ernstige
verkeersinfarcten.
De auto kost energie
wanneer hij rijdt. Hij kost ook energie en grondstoffen wanneer hij wordt
gefabriceerd en de afvoer en sloop belasten het milieu.
De overheid neemt al
initiatieven om de auto in te perken: rekeningrijden, stimuleren van kleinere
en zuinigere auto’s en dergelijke. Naar mijn overtuiging is dit te weinig, veel
te weinig.
De werkelijke verandering
die nodig is, is een mentaliteitsverandering. Kernpunt is dat we afstand doen
van de hoge mate van individuele mobiliteit. Moreel is deze niet meer
verantwoord. Eens was het bezit van een auto een middel, ja zelfs symbool, van
bewegingsvrijheid. De kentering van dat beeld wordt zichtbaar: de auto is nu
symbool van benauwenis. Autobezitters proberen die kentering te maskeren door
grótere auto’s te kopen, die boven de andere vehikels uitsteken. Het is
overduidelijk een heilloze weg.
Oplossingen met behoud van
zoveel mogelijk persoonlijke vrijheid kunnen worden gevonden in
vervoerssystemen met een collectief karakter:
-
autodelen: een
auto te gebruiken door meer mensen.
-
gebruik van
openbaar vervoer
Daarbij is het ook nodig
dat we zoveel mogelijk dichterbij het werk gaan wonen en gebruik gaan maken van
vervangende systemen als thuiswerken en elektronisch vergaderen.
Het is noodzakelijk de
auto te gaan zien als wat hij werkelijk is: één van de grootste plagen van de
moderne tijd.
De economische crisis
slaat hard toe in de auto-industrie. Per slot van rekening is dat mijns inziens
geen ramp. Integendeel, het is een zegen. Het is een symptoom van de werkelijke
ziekte in onze maatschappij. Overheden in de USA en in Europa schieten de
auto-industrie te hulp, zoals ze dat ook met grote banken deden. Staatssteun
aan de automobielindustrie is ongewenst. De input in deze sector, zowel
innovatie als productie, moet geheroriënteerd worden op het realiseren van
energiezuinige en collectieve vervoerssystemen.
Frits van Vugt, Den Haag.
|